
De uilen Coppernickle en Feline wonen al geruime tijd in de uilenburcht van kunstenaar Paul Christiaan Bos. In zijn Uilendagboek volgt hij de dagelijkse belevenissen en gezinsperikelen op de voet. De twee uilen zijn trotse ouders van het lelijke maar o zo schattige uilskuiken Sterre, zij woont inmiddels op kamers. De familieverhoudingen staan onder spanning, want Sterre wint aan populariteit bij haar vader, tot groot ongenoegen van moeders. Ondertussen heeft deze ook de zorg voor een nieuw jong. Het is een ware uilensoap aan het worden...
Ik zat een paar dagen terug in de schuilhut,en volgde dochter Sterre met mijn ogen die, zo vrolijk als een vlinder onder een blije zon, door de burcht op en neer aan het spiralen was, toen mij ineens opviel dat de smurrie bij de ingang van het ouderlijk nest er vandaag toch wel heel erg anders dan anders uitzag. Allemaal witte balletjes leek het wel. Of een soort van grote kruimels.
Meteen ging het alarm rinkelen in mijn hoofd. Hier moest onmiddellijk ingegrepen worden. Het leven van jongste telg Molly, alias het Monster, kon in gevaar zijn. Met tegenzin loop ik naar het nest. Tegenzin, omdat ingrijpen en verstoring volslagen uit den boze zijn waar het de uilen betreft. Maar er zijn van die momenten dat het simpelweg niet anders kan.
Van dichtbij zag ik meteen wat het was: Molly had, vast en zeker uit verveling, het klaargespeeld om de voorhang kapot te bijten. Een afscheiding van hout, aluminium, ertussenin gesandwichde PURplaat: hele stukken waren eruit weggehapt. Zelfs tot in het nest lagen de kruimels. Wat moet het Monster een immens plezier gehad hebben. Wat zelfs een zware storm, vader Coppernickle in zijn slechtste bui, zeven nesten, vijf jongen en één Sterre in vier jaar tijd niet voor elkaar kregen, is voor Molly klaarblijkelijk geen punt geweest.
Ik moet er van grijnzen. Grijnzen – ondanks dat ik weet wat me te wachten staat. En dat is poep. Heel veel poep. Ik haal diep adem en haal dan handschoenen en poepbeitel op.
Eerst de wiggen eruit en de voorzijde wegnemen. Pa, pisnijdig blazend en luid klakkend, wil mij nu het liefst aanvallen. moeder Feline is eerst bang, maar beseft dat ik nooit of te nimmer zulk onbeschoft gedrag zou vertonen als daar geen absolute noodzaak voor bestond. Ze laat haar jong Molly dan ook zonder al teveel misbaar bij mij achter. Feline verbaast altijd weer.
Molly is echter doods- en doodsbang. Het is meelijwekkend om aan te zien. Haar ogen - smeulend als die van haar moeder - puilen uit, en haar geduchte snavel staat wijdopen terwijl ze om haar eigen as kronkelt om aan mij te ontkomen. Maar hoe verbazend massief ze ook is, en hoe groot, glimmend en met vlijmscherpe snavel: ze is niet meer dan een echte baby.
'Stil maar', zeg ik zachtjes, en ben me bewust dat er een hele wereld aan warmte in mijn stem is te horen. Ik begin om Molly het Monster te geven. Het haalt evenwel niets uit. Als ze me aankijkt, breng ik de uilengroet van geruststelling. Maar die werkt ook niet. Molly spreekt voorlopig alleen nog babytaal, en daar weet ik niets van. Ik kan dus maar beter zo snel mogelijk beginnen met opruimen.
Vastbesloten steek ik de beitel in de smurrie. Molly springt nu achter de zitstok. De smerigheid is verbazend taai. Ik moet werkelijk steken. Al heb ik alleen nog maar het afval weggehaald waar ik stukjes verkruimelde voordeur in vond, toch houd ik tenslotte een grote doos in handen waar de berg schijterij nog aanzienlijk hoog boven uitsteekt. Werkelijk indrukwekkend. Beslist meer dan drie kilo, en dat hoofdzakelijk alleen nog maar van de drempel. Molly is een wereldwonder van formaat. En naar dat formaat poept ze dan ook.
Iets later komt al snel Feline weer terugvliegen naar haar kind, en dan zie ik voor het eerst sinds mijn Uilenproject begon – bijna vier jaren zijn inmiddels voorbij – hoe uilenmoeder en kind samenzijn. Het is het zinnebeeld van moederliefde. Feline zit naast haar kind, statig en recht op de zitstok. Ze kijkt in volstrekte en ontroerende genegenheid naar haar kindje omlaag. Molly maakt zich heel klein en kijkt zo verschrikkelijk kwetsbaar als een baby de wereld in dat het mij middenin m’n hart raakt.
Meer lezen van het Uilendagboek? Hier vind je alle verhalen.
[hr]
Jarenlang reisde kunstenaar Paul Christiaan Bos de hele wereld over, tot hij zijn echte passie vond in zijn eigen achtertuin: daar wonen sinds 2011 de uilen Coppernickle en Feline. Hij volgt hun dagelijkse belevenissen en gezinsuitbreiding op de voet en beschrijft dit in een levendig Uilendagboek. Omdat Paul zin had in ‘iets Paradijsvogeligs’ deelt hij graag de mooiste passages én kunstwerken op Paradijsvogels Magazine.
Beeld: detail "Moeder en Kind", acryl op doek, verlijmd op paneel 30 * 20 cm