De Ridderspoor, ook wel Delphinium genoemd, dankt de naam aan het feit dat elke bloem een naar achter wijzend spoor heeft. De Latijnse naam Delphinium is te verklaren, doordat elke bloem met een beetje fantasie te vergelijken is met een dolfijn. Ze groeien verticaal en zijn voorzien van lange volle blauwe trossen. Je hebt ook Riddersporen met witte en roze bloemen. De plant is afkomstig van het middellandse zee gebied. De bloemen bloeien van juni tot augustus. De Ridderspoor is vooral bedoeld als blikvanger in de tuin met uitzondering van de eenjarige Ridderspoor: Delphinium ajacis, ofwel Consollida ambigua. Deze bloem heeft een geneeskrachtige werking.
Ridderspoor: welke soorten heb je allemaal?
Kwekers zijn al meer dan honderd jaar bezig met het veredelen van deze plant, waardoor er inmiddels heel veel verschillende soorten en maten te vinden zijn. Zo heb je rassen die lichtblauwe of donkerblauwe bloemen hebben, zoals de Delphinium blue bird en de Delphinium bellamosum. Maar je hebt ook roze Riddersporen, zoals de Delphinum astolat en witte Riddersporen, waaronder de Delphinium Galahad en Delphinium Moerheimii. Daarnaast zit er ook verschil in hoogte tussen verschillende soorten Riddersporen. Zo heb je Riddersporen die tussen de 25 en 50 centimeter worden en zijn er ook Riddersporen die wel 150 centimeter lang kunnen worden. Ook zit er verschil in de ideale standplaats en het bloeiseizoen van de Riddersporen.
Planten van Riddersporen
De sterkste Riddersporen zijn de Belladonna en de Elatum. Zaailingen zijn zwakker. Ook de plek en de grond waar je de Ridderspoor plant is van belang om de plant lang goed te houden. Zo houdt de Ridderspoor er niet van om in water te staan, dus moet de bodem waterdoorlatend zijn. Zandgrond en licht kleigrond met een zuurgraad tussen de 6,5 en 7 is ideaal. Je kan de grond aanpassen door zwart grond met scherp zand te mengen, zodat de wortels meer zuurstof krijgen en het water beter doorlaat. Strooi direct bij het planten koemestkorrels en geef in het najaar kalk. Zet de Ridderspoor in de volle zon en geef de plant veel water bij droog weer.
Hoe moet je de Ridderspoor verzorgen?
Een andere manier om de Ridderspoor te verzorgen is door ze te knippen en snoeien. Zo zorg je ervoor dat de plant steeds opnieuw de ruimte krijgt om te bloeien. Daarvoor kan je de plant het beste meteen na de bloei terug knippen en bijmesten met snelwerkende mest. Knip vlak boven een nieuwe scheut. Let er verder op dat je de plant extra steun geeft met bijvoorbeeld stokjes of beugels. De bloemtrossen kunnen zwaar worden en zo voorkom je dat de plant gaat hangen.
Slakken en uitval
Problemen die je tegen kan komen bij een Ridderspoor zijn slakken die de jonge scheuten aanvreten in februari en maart en uitval bij het niet verplanten van de Ridderspoor. Dit hoor je elke 2 tot 3 jaar te doen. Een meter verderop planten is al genoeg voor de plant om zich staande te houden. Het verplanten is nodig, doordat de plant wordt aangetast door onder meer slakken, schimmels of voedselarmoede in de bodem. Om de slakken tegen te gaan kan je het beste in februari tot en met april slakkenkorrels of schelpengruis strooien. De slakken kruipen hier niet overheen en kunnen zo de Ridderspoor niet aantasten. Hetzelfde geldt voor het plaatsen een koperen ring rond de plant.
Meer artikels over planten? Bekijk zeker ons artikel over de Rhododendron eens.