
De uilen Coppernickle en Feline wonen al geruime tijd in de uilenburcht van kunstenaar Paul Christiaan Bos. In zijn Uilendagboek volgt hij de dagelijkse belevenissen en gezinsperikelen op de voet: eerder kregen de uilen samen het lelijke, maar o zo schattige uilskuiken Sterre. Zij woont inmiddels op kamers en haar ouders waren aan een nieuw nestje begonnen, maar de twee kuikens Tristan en Aurore hebben het helaas niet gered. Daarnaast verwoestte een zware storm een groot deel van de uilenburcht. Na een langzaam herstelproces broedt moeder Feline weer op een nieuw stel uileneieren. En ook Sterre lijkt weer in goede doen.
Sterre wil spelen
Ik schrik. Dit kan gewoonweg niet. Op de schommel zit een kinduiltje. Nu al? Nee, dat kan niet. En toch denk ik heel heel eventjes dat de eieren al zijn uitgekomen. Maar het is Sterre die wil spelen. Nog altijd begrijp ik het niet. Haar lijf lijkt wel tot twee maal zo klein geworden! En dat hoofd van haar...
Toen ze gistermiddag samen met haar vader aan het eten was, zag haar gezicht er nog mooi tonnetjesrond uit. En nu is het klein, hoog, en vertoont tot mijn volslagen ongeloof duidelijk het voorhoofd dat alle jongen, van bijna om het eender welk dier dan ook, met elkaar delen.
Maar het is toch echt Sterre. Ze is blij, ze is ontspannen, en ze wil spelen. En dus neemt ze moeiteloos de gedaante aan van een klein uiltje - daar wil iedereen mee stoeien. Ik loop aarzelend naar haar toe. Ze knikt me verheugd naar me, wel een keer of vijftig achter elkaar. Precies zoals ze deed toen ze nog klein was.
Op de schommel
Het is dus echt Sterre. Ik smelt ter plekke weg als de eerste de beste waskaars en til voorzichtig mijn hand naar haar op. Voorzichtig, want uilen hebben, net als de meesten van ons, een oerangst voor slangen. En mijn hand lijkt verdacht veel op een slangenkop. Ze wordt eerst licht onrustig, maar begrijpt al snel dat die enge hand aan mij moet vastzitten. En dus blijft ze op de schommel zitten.
Ik geef de schommel een licht duwtje zodat de beweging gelijkmatig is. Piepend zet het speeltuig zich in beweging. Sterre schommelt mee, gyroscopisch tegen de beweging in, zodat haar hoofd onveranderlijk op mij gericht blijft. Ik vertel haar hoe mooi ze is. Dat zijn woorden waar ze niet gauw genoeg van krijgt, en tot mijn verrukking zie ik hoe ze nu haar hoofdje omlaag legt, zodat haar snavel op haar borst komt te rusten. Het puntje verdwijnt zelfs in de veren.
Dit is iets dat ze eigenlijk alleen deed toen ze nog een piep-uiltje was. Het is in haar een uiting van groot plezier en saamhorigheid. Ik heb zoiets al lang niet meer met haar meegemaakt. Onder de heldere maan schommel ik het uiltje heen en weer, zolang als ze maar wil.
Heer en meester
Dan raakt Coppernickle met zijn vleugels mijn achterhoofd terwijl hij cirkels om ons heen beschrijft. Hij zet zich tenslotte vlak onder het camouflagenet neer. Daarvandaan kan hij ons scherp blijven observeren. Tenslotte besluit hij dat het genoeg is en laat een niet mis te verstane waarschuwing horen: 'weg, of ik val aan. En ik bijt en ik krab.'
Sterre vliegt onmiddellijk weg, en ook ik maak mij uit de voeten. Maar niet zonder een respectvolle groet aan de Patriarch. Als ik zijn gebied verlaat schalt weer zijn stem door de nacht.
De echte heer en meester.
Meer lezen van het Uilendagboek? Hier vind je alle verhalen.
Jarenlang reisde kunstenaar Paul Christiaan Bos de hele wereld over, tot hij zijn echte passie vond in zijn eigen achtertuin: daar wonen sinds 2011 de uilen Coppernickle en Feline. Hij volgt hun dagelijkse belevenissen en gezinsuitbreiding op de voet en beschrijft dit in een levendig Uilendagboek. Omdat Paul zin had in ‘iets Paradijsvogeligs’ deelt hij graag de mooiste passages én kunstwerken op Paradijsvogels Magazine.