
Vanwege de culinaire veelzijdigheid en de felle kleuren past de Oost-Indische kers heel goed in een moestuin. Geel, rood, oranje, gestreept, met groen en bont blad, kruipend, hangend en klimmend - je kunt er alle kanten mee op. Het blad bevat veel vitamine C en is een natuurlijk antibioticum. Het houdt ook de luizen weg bij je groenten. Het koolwitje legt er namelijk graag haar eitjes in en de rupsen die daaruit voortkomen blijven dan weg bij je kool, die je er dus prima naast kunt zetten. De kers is dan wel een tijdje kaal, omdat de rupsjes alles opeten. Maar als die eenmaal in vlinders zijn veranderd en uitgevlogen, herstellen de planten zich weer. Zo blijft alles in evenwicht.
Niet alleen het blad en de bloemen van de Oost-Indische kers zijn eetbaar, maar ook de zaden! Hier kun je bijvoorbeeld zelf heerlijke kappertjes van maken.
Hiervoor pluk je de zaaddozen zodra de bloemen zijn verwelkt. Als ze nog klein en groen zijn dus, want als je langer wacht worden de zaden hard en kun je ze niet meer eten. Het verhaal gaat dat deze kappertjes vroeger werden gemaakt door mensen die gewone kappertjes niet konden betalen. Alsof je nog gewone kappertjes zou willen eten als je deze eenmaal geproefd heeft...
Wat heb je nodig?
- zaden Oost-Indische kers
- water
- jampot
- witte wijnazijn
- rasp van een citroen
- peperkorrels
- laurierblad
Haal de zaaddozen los van elkaar, zodat je losse zaden hebt. Was ze en doe ze in een schone jampot. Zet onder water en voeg wat zout toe. Doe het deksel erop, laat op het aanrecht staan en ververs het water gedurende 3 dagen elke dag. Laat dan uitlekken en even drogen voor het inmaken.
Meet de hoeveelheid wijnazijn die in de jampot past af en kook met wat zout, enkele peperkorrels, laurierblad en wat citroenrasp in een pan gedurende een kwartiertje. Laat een beetje afkoelen en giet over de zaden in de schoongemaakte jampot. Sluit af en laat minimaal 5 dagen in de koelkast staan om op smaak te laten komen.
Deze kappertjes blijven ca. 3 maanden goed, mits gekoeld bewaard.
[hr]
Beeld: Natascha Boudewijn
[hr]
De natuur is voor culinair auteur en veggiechef Natascha Boudewijn haar grootste inspiratiebron. Gaandeweg kreeg ze steeds meer behoefte om met het ritme van de seizoenen te leven en op haar bord de verbinding tussen keuken en land te herstellen. Hieruit ontsproot Greendelicious: haar kookatelier met stadsmoestuin in de oude bollenschuur in Voorschoten. Daarnaast schrijft ze kookboeken waarin groenten de hoofdrol hebben en is ze sinds kort enthousiast bijenhouder. Op Paradijsvogels Magazine geeft ze een kijkje in haar fantasievolle keuken en moestuin!
Meer lezen over koken uit eigen tuin? Natascha Boudewijn beschrijft haar geheimen in het kookboek Puur koken met je eigen oogst.