
Sterre, het enigszins lelijke maar o zo schattige uilskuiken van Coppernickle en Feline, werd geboren in de Uilenburcht van kunstenaar Paul Christiaan Bos. Hij volgt de dagelijkse belevenissen en gezinsuitbreiding op de voet in zijn levendige Uilendagboek. Omdat de uilen ook vooral uilen moeten blijven spreekt Paul inmiddels een aardig woordje 'uil' waarmee hij zich beleefd en volgens de uilen geldende omgangsnormen toegang kan verschaffen tot het domein van de dieren. Dat resulteert in een bijzondere vriendschap met het kleinste pluizenbolletje.
Vriendschap voor het leven
De laatste maanden hebben Sterre en ik gewerkt aan onze omgangsnormen. Waar we eerst een uitgebreid begroetingsritueel doorliepen voordat ik haar kon benaderen, mag ik nu zonder meer op haar af komen lopen. Ze trippelt blij naar de rand van het landingsplateau voor het nest, en gaat daar op mij staan wachten. Ze is één en al opluchting en plezier in het leven. We praten samen een tijdje, dat wil zeggen: ik prevel allemaal bewonderende onzin terwijl zij mij de hele tijd vriendelijk aan blijft kijken. Ze begrijpt ongetwijfeld niets dan alleen de intentie. Maar dat is al voldoende, en gelukkig krijgt ze er ook bepaald geen genoeg van. Zodra ik weg wil lopen roept ze me tot wel drie keer terug, en zo beginnen we weer van voren af aan. Ik geniet er van, je krijgt tenslotte niet iedere dag een vriendschap voor het leven aangeboden.
Een giechelende uil
In de nacht, onder de afnemende maan, laat ik haar tot haar intens vermaak schommelen, en mag ze naar mijn vingers happen wat ze wil. Ik heb in mijn leven uilen een aantal malen breed zien grijnzen, soms iets dat zowaar op glimlachen lijkt. Maar ze zien schaterlachen? Nee, dat heb ik nog nooit gezien. Desondanks zou ik bijna durven zweren dat La Sterre minstens heel hard moet giechelen - als een stout kind - als ik van tijd tot tijd toch maar, voor alle zekerheid, snel m'n vingers terugtrek als ze er weer eens aan komt geslopen, het hoofd laag over de lat, mij al die tijd schuins van onder aankijkend en intussen de snavel dreigend steeds verder opensperrend..om vervolgens heel teleurgesteld terug te schuifelen als ik geen krimp geef. Om haar een plezier te doen trek ik m'n vingers dus meestal wel heel snel terug, maar soms ook niet. Om te plagen. Om het spel.
En net als bij een kind mag het spel oneindig vaak herhaald worden. Tot groot geluk van ons allebei. Maar we zijn niet alleen: van tijd tot tijd vliegt Coppernickle in een geluidloze boog om ons heen, om te controleren. Hij blijft tenslotte een verantwoordelijke vader.
[hr]
Jarenlang reisde kunstenaar Paul Christiaan Bos de hele wereld over, tot hij zijn echte passie vond in zijn eigen achtertuin: daar wonen sinds 2011 de uilen Coppernickle en Feline. Hij volgt hun dagelijkse belevenissen en gezinsuitbreiding op de voet en beschrijft dit in een levendig Uilendagboek. Omdat Paul zin had in ‘iets Paradijsvogeligs’ deelt hij graag de mooiste passages én kunstwerken op Paradijsvogels Magazine.