
In het Ottomaanse rijk waren weelderige vogelhuizen onderdeel van de Ottomaanse architectuur. Je vond ze aan de muren van moskeeën, fonteinen, bruggen, bibliotheken, scholen en hotels. Deze paleisjes werden gebouwd om de muren te beschermen tegen aantasting van de uitwerpselen van vogels, maar ook uit religieuze overtuiging dat de makers zouden worden beloond.
Omdat deze overtuiging sterk aanwezig was in het hele rijk vond je zulke architectonische hoogstandjes door het hele land. Nog steeds zijn in steden in het huidige Turkije dit soort vogelresidenties te vinden. Ze werden voornamelijk gebouwd om mussen, zwaluwen en duiven onderdak te bieden. Sommige vogelhuizen hadden zelfs meerdere verdiepingen.
Wegens de overvloed aan en zorg voor deze uitbundige mini-architectuur ontstond er bij de bevolking een liefde voor vogels en dieren in het algemeen. De inwoners hebben zelfs meerdere liefkozende namen verzonnen voor de vogelhuizen, waaronder: vogelpaviljoens, duiventillen en mussenpaleisjes.
En zeg nou zelf, bij het zien van deze foto's is 'paleis' ook zeer treffend. Prachtig! Voor de sobere Nederlandse variant: bekijk even deze leuke 'mussenflat'.
Dat de Islamitische architectuur van een ander metier is dan bij ons in het westen laten ook deze Iraanse gebouwen zien. Hier lijken de sprookjes uit 1001-nacht nog springlevend.