Vogels gebruiken het gehele jaar door veel energie. In de winter proberen ze zich warm te houden en in de zomer gebruiken ze de energie om eieren te leggen en de jongen groot te brengen. Vogels mogen daarom ook het gehele jaar door bijgevoerd worden. De belangrijkste periode om vogels bij te voeren is in de winter. De weersomstandigheden in de winter zorgen er voor dat vogels moeite hebben met het vinden van zaden.
Winter: vetbollen en water
Vogels moeten hun lichaamstemperatuur op peil houden, dit kost de vogels veel energie. In een zeer koude nacht verliezen de kleinere soorten vogels soms tot 10 procent van hun gewicht. Ook worden de dagen in de winter steeds korter, hierdoor hebben vogels minder kans om op zoek te gaan naar eten. Daarom kunnen alle vogels wel een extraatje gebruiken: Fruit of een zadenmengsel is een goede energiebron, verder zijn vetbollen en pinda’s ook gezonde voeding voor de vogels. Je kan vogelvoer kopen, maar je kan ook je eigen vetbollen maken voor de vogels. Daarnaast kan je bij een strenge vorst beter geen open (warm) water aanbieden aan de vogels. Ook moet je oppassen met voedsel dat snel bevriest. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een appel. Je kan deze het beste in zijn geheel aan de vogels aanbieden dan in stukjes.
Lente: vogelvoederhuisje en vogelvoer kopen
In de lente hebben vogels het vaak zeer druk. Dan zijn ze op zoek naar een partner, bouwen ze een nest, leggen ze eieren, broeden en brengen de jongen groot. Daarom hebben zij ook in dit seizoen een extraatje nodig. Insecten, rupsen en wormen zijn een bron van eiwitten. Als het twee dagen hard regent en waait, zijn er bijna geen insecten te vinden, dus ook dan kunnen de vogels onze hulp goed gebruiken. Het gaat dan minder om vet, maar juist meer om de eiwitten en kalk die vogels normaal gesproken uit insecten halen. De vogelbescherming verkoopt meelwormen en 4-seizoenen vogelvoer. Kalk zit in veel natuurlijk voedsel. Je kan het voer plaatsen in een vogelvoederhuisje of op een voedertafel. Let er wel op dat je de vogels niet te veel voedsel geeft waar zout in is verwerkt. Te veel zout is niet goed voor de vogels. Ook producten die boter bevatten zijn niet goed voor de vogels. Deze kunnen namelijk een laxerende werking hebben. Als laatste kan je je tuin ook alvast zomer klaar maken. Zo kan je alvast nieuw gras zaaien en nieuwe plantjes planten om insecten aan te trekken.
Zomer: eiwitrijk voedsel
In de zomer is het zeer belangrijk dat de vogels genoeg hydratatie krijgen, daarom is vers water voor de vogels van levensbelang. In de zomer drinken en badderen zij in het water. Daarnaast vertrekken veel vogels in de zomer naar het zuiden. Voor deze zware tocht hebben zij ook genoeg voeding nodig om zich voor te bereiden om deze zware reis. Daarom is eiwitrijk voedsel ook in de zomer belangrijk voor de vogels. Vogels gaan zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben om aan hun portie eiwitten te komen, maar je kan altijd vogelvoer kopen om de vogels bij te staan. Je kan ze helpen door met bloeiende planten insecten te lokken of door de tuin regelmatig te besproeien. Door je tuin te besproeien lok je regenwormen naar je tuin. Ook is het slim om in de zomer een groter drinkbakje neer te zetten voor de vogels. In de zomer gebruiken ze het drinkbakje namelijk als badplaats. In de zomer kunnen de vogeltjes echt genieten van een heerlijk badje. Zorg wel dat het een ondiep bakje is en zet het neer op een open en overzichtelijke plek. Zorg dat je het water regelmatig ververst en maak het bakje schoon met heet water en een borstel. Probeer geen chemicaliën te gebruiken als je een voeder- of drinkplek schoon maakt.
Herfst: vitaminerijke vogelvoeding
In de herfst komen de vogels dichter bij huis. Vogels gaan in de herfst op zoek naar een plek waar ook in de koudere tijden wat eten te vinden is. Als u ze in deze periode gaat bijvoeren dan zullen zij waarschijnlijk in de winter herhaaldelijk terugkomen. Veel vogelsoorten eten nu ook de vitaminerijke bessen uit de struiken in je tuin. Door een vogelvoederhuisje te plaatsen is de kans groter dat de vogels vaker bij je terugkomen gedurende de winter.
Extra tips
Als je een vogelvoederhuisje of een voedertafel gaat plaatsen moet je er voor zorgen dat deze hoog genoeg staat buiten het bereik van katten. Het advies is om de voederplaats minimaal 1,50 meter boven de grond te plaatsen. Daarnaast zijn er wat grote vogels die kleinere vogeltjes wegjagen van een voederplek. Zorg daarom dat je meerdere voederplekken in de tuin hebt. De grote vogels kunnen niet op meerdere plekken te gelijk zijn, hierdoor krijgen de kleine vogeltjes meer kans om te eten. Als je de vogels een extra handje wilt helpen kan je ook zorgen voor nestelplekken. Sommige vogels leven in een kolonie. Het is daarom slim om meerdere nestelplekken bij elkaar op te hangen. Hang de nestelplekken ook niet in de volle zon. Je wilt niet dat de nestelplek te warm is voor de kleine vogeltjes. Je kan de nestelplekken beter op een schaduwplaats hangen. Als laatste is het verstandig de vogeltjes niet te veel tegelijk te voederen. Je kan ze het beste in de ochtend en aan het einde van de middag voederen. In de ochtend zijn de vogeltjes op zoek naar een goed ontbijtje en in de avond willen ze met een vol buikje lekker gaan slapen. Als je te veel strooit loop je het risico dat de vogeltjes niet alles op eten en je muizen of ratten in de tuin krijgt.
Over de auteur
