
Terug van weggeweest: tangram! De Chinese puzzel die uit slechts zeven stukjes bestaat en waar je alles mee kunt maken wat er maar in je fantasie opkomt. In de jaren zeventig was het razend populair in Nederland. Wellicht ligt er nog een oud doosje op zolder. Maranke Rinck en Martijn van der Linden geven met hun boek Tangramkat weer een hele nieuwe draai aan dit oude hersenspel.
De geboorte van de Tangramkat
De schrijvers goten de tangramfilosofie in een verhaal over een jongetje dat zich verveelt. Hij krijgt een tangrampuzzel om mee te spelen. Hij gaat direct aan de slag en maakt een kat, een huis en een vis. Het jongetje gaat helemaal op in zijn spel en hij verzint een verhaal bij de figuren die hij maakt.
Hij wil de tangramkat een speelkameraadje geven. De tweede kat die hij probeert te maken blijkt echter een hond te zijn. De kat vlucht een tangramboom in en de jongen moet een list bedenken om de tangramhond weg te krijgen. Er komen onder andere een krokodil, een dinosaurus en heel veel vogels aan te pas.
De creativiteit achter de Tangramkat
Martijn van der Linden, die dit jaar met Edward van de Vendel de Woutertje Pieterseprijs won voor Stem op de okapi, heeft de tangramkat geen twee keer hetzelfde gemaakt. Steeds legt hij de tangramblokjes net even anders neer. Hierdoor lijkt het of de kat schrikt, lekker ligt te soezen of speels achter vogels aanrent. De hoofdpersoon komt hierdoor helemaal tot leven en krijgt echt een eigen karakter.
Nog even los van hoe je op kunt gaan in een potje tangram en voor een moment totaal uit de waan van de dag kunt stappen.
Achterin het boek zit namelijk een kartonnen tangrampuzzel waar je zelf mee aan de slag kan.
Tangramkat is hier te koop.
Dit artikel verscheen eerder op Opa 'n Oma.