
In het oude Egypte was het van levensbelang om de grote graanschuren met opgeslagen voedsel voor de werkkrachten die de tempels en piramides bouwden, muisvrij te houden. Het viel op dat katten goede jagers waren en de Egyptenaren fokten speciaal ras met goede jachtinstincten en een sociale houding tegenover mensen.
Deze zgn. Egyptische Mau bestaat nog steeds. Rond het jaar 1000 voor Christus was de kat uitgegroeid tot een heilig dier, compleet met eigen godin: Bastet. In Egypte dacht men dat de macht en voorspoed in het land werden beschermd door de katten, daarom was het ten strengste verboden om ze uit te voeren. Veel soorten bleven zo lang endemisch, totdat de Romeinen ten tonele verschenen: de Egyptische huiskat reisde naar Europa en verspreidde zich vanuit daar over de hele wereld.
'Zo' belandden ze o.a. ook in de huizen en ateliers van verschillende beroemde kunstenaars. Wellicht is het het solitaire karakter en behoefte aan aandacht dat deze kunstenaars en hun katten bond. Matisse, Picasso, Dalí en vele anderen zijn in de loop van de geschiedenis met hun pluizige muze op de gevoelige plaat vastgelegd, soms is de gelijkenis treffend...
Salvador Dalí met zijn gedomesticeerde ocelot, Babou
Henri Matisse samen met Minouche en Coussi
Picasso en zijn kat
Ai Weiwei met Lai Lai - een van zijn 40 katten
Gustav Klimt met, toepasselijk, Katze
Paul Klee met Bimbo
Romare Bearden op de foto met Gippo
Pieree Bonnard met kat
Henri Cartier - Bresson zette zijn vriend Saul Steinberg al loungend met zijn kat op de foto
Fotografe Margaret Bourke-White met haar kitten in 1944
"Alles wat je nodig hebt in het leven is een computer, een camera en een kat", aldus Agnes Varda
In het huis van Edward Gorey woonden altijd katten
Jean Cocteau met Karoun
Bij Balthus thuis met zijn kat
Via: Flavorwire