
Scharrelende egeltjes door de bladeren, soms zelf met kleintjes achter zich aan: het is een plezierig gezicht. Hun winterslaap begint in oktober/ november en duurt tot april/mei. Ze slapen meestal niet in één ruk door, maar worden tussendoor af en toe wakker en veranderen soms zelfs van nest. Zodra de nachttemperatuur weer stijgt en er weer voedsel is worden ze echt wakker.
Maak dus nu nog een klein egelparadijs van je tuin en in de lente heb je er een paar gezellige bewoners bij. Niet alleen leuk, maar ook zeer nuttig: ze zijn dol op spinnen en verlossen je graag van de slakken die je planten aanvreten. Dan sla je twee vliegen in één klap, want je oeft dan ook niet meer te strooien tegen slakken, wat weer schadelijk is voor de egels.
Met deze praktische tips zorg je dat je tuin egel-proof is.
1. Gooi je tuinafval niet weg
Egels zijn altijd op zoek naar beschutting en ze verstoppen zich graag in tuinafval. Verzamel afgesnoeide takken of opgeruimde bladeren bijvoorbeeld in een hoekje van de tuin. Hier gaan ook weer andere beestjes inzitten, die egels weer lekker vinden om te eten.
2. Zorg voor doorgangetjes tussen tuinen
Een goede manier om met de buren een leuk project te beginnen. Zorg er met elkaar voor dat egels van tuin naar tuin kunnen wandelen, want egels maken lange tochten als ze op zoek zijn naar eten. Dit kan bijvoorbeeld door kleine doorgangen in de schutting te maken van ongeveer 15 x 15 cm.
3. Houd je tuin lekker wild
Een tuin met alleen maar tegels of een keurige grasveldje vinden egels maar niks. Struiken, lage bosjes, gevallen bladeren en takjes op de grond, daar zoeken ze naar. Laat de natuur een beetje de vrije loop en ruim niet alle bladeren op. Scheelt ook weer een heleboel tijd.
4. Een trappetje uit de vijver
Egels moeten natuurlijk ook drinken en doen dit weleens in een vijver. Ondanks dat het slimme dieren zijn, kunnen ze zo nog wel eens een nat pak halen. Gelukkig zijn het goede zwemmers, maar zorg er wel voor dat ze ook weer uit de vijver kunnen klimmen, bijvoorbeeld met een klein trappetje of plankje.
5. Zet een egelhuisje neer
Je hebt mooie varianten gemaakt van gevlochten wilgentenen, maar je maakt er ook gemakkelijk zelf een. Egels hebben niet veel nodig: een vierkante ruimte met wat schoon stro is voldoende. Zorg wel voor een smal tunneltje als ingang, zodat katten niet ongewild even binnen kunnen kijken. Als een egel eenmaal zijn of haar draai gevonden heeft in ene huisje kunnen ze er zo maar ene paar jaar blijven.
6. Een paar kattenbrokjes in de herfst
Voor egels in hun winterslaap gaan moeten ze veel eten om reserves op te bouwen. Vooral jonge egeltjes die laat in het jaar geboren zijn kunnen dan best wat extra eten gebruiken. Zet wat kattenbrokjes, rozijnen of meelwormen neer. Ook een bakje water wordt gewaardeerd. Geef echter nooit melk of gezouten producten aan een egel, dit zorgt voor darmklachten en hier kunnen ze zelfs aan overlijden.
Bekijk ook: Na het zien van deze foto's denk je nooit meer hetzelfde over slakken.